Terug

No-riskpolis: Looncompensatie bij ziekte

De no-riskpolis is een regeling die voor de werkgever geldt als een medewerker met ziekte of handicap in dienst is genomen. Wanneer deze medewerker ziek wordt, kan de werkgever in de eerste vijf jaar van het dienstverband een Ziektewetuitkering krijgen. De no-riskpolis geldt voor een medewerker met een handicap, die ziek was of is, of medewerkers die zijn opgenomen in het doelgroepenregister.

De no-riskpolis is dus een looncompensatie die geheel of gedeeltelijk het loon compenseert dat de werkgever moet doorbetalen bij ziekte van (nieuwe) medewerkers waarvan de kans op ziekte hoger is dan normaal. De Ziektewetuitkering is standaard 70% van het loon. Je kunt bij het UWV een verzoek indienen om de uitkering te verhogen als op grond van bijvoorbeeld een cao-bepaling de loondoorbetalingsverplichting bij ziekte de eerste 52 weken hoger is dan 70%.

Als jij als werkgever wil weten of de medewerker een no-riskpolis heeft, kun je het doelgroepenregister raadplegen. Wanneer de medewerker daar niet in staat, kan hij of zij vaak zelf wel uitsluitsel geven. De nieuwe medewerker hoeft pas na twee maanden na in dienst aan zijn of haar werkgever te vertellen of er sprake is van no-risk. De medewerker hoeft niet te vertellen waarom er sprake is van een no-riskpolis.

De werkgever hoeft de no-riskpolis niet van tevoren aan te vragen. Op het moment dat de medewerker ziek wordt, kun je op het formulier van UWV doorgeven dat de no-riskpolis geldt. Het UWV beoordeelt vervolgens of de medewerker op basis van de voorwaarden voor no-risk een Ziektewetuitkering krijgt.

Wanneer geldt de no-riskpolis? 

De no-riskpolis kan gelden in de volgende situaties:

  • De medewerker krijgt een WIA-, WAO- of WAZ-uitkering van UWV;
  • De medewerker krijgt of kreeg een Wajong-uitkering van UWV;
  • De aanvraag van de medewerker voor een WIA-uitkering is afgewezen. In de afwijzingsbrief staat dan dat een nieuwe werkgever gebruik kan maken van de no-riskpolis. De medewerker moet dan wel aan de werkgever laten weten dat de no-riskpolis geldt;
  • De medewerker kreeg ooit een Wajong-uitkering van UWV.
  • De medewerker heeft een WSW-indicatie van UWV, maar werkt niet bij een sociale werkvoorziening;
  • De medewerker is in 2018 of 2019 vanuit een WW-uitkering in dienst gekomen bij de huidige werkgever. En de medewerker is vóór 1 januari 1962 geboren en had langer dan 52 weken een WW-uitkering;
  • De medewerker staat in het doelgroepregister en is op of na 1 januari 2015 gaan werken;
  • De medewerker heeft een no-risk verklaring waarin staat dat er een belemmering is (geweest) bij het volgen van onderwijs. Deze verklaring moet de medewerker wel aanvragen.

WIA

Wanneer er sprake is van een WIA-uitkering, geldt de no-risk in de volgende situaties:

  • De werknemer had bij het begin van het dienstverband een WIA-uitkering en wordt ziek binnen 5 jaar na de start van het dienstverband;
  • De werknemer blijft in dienst na toekenning van de WIA-uitkering. De no-riskpolis geldt als deze werknemer ziek wordt binnen 5 jaar na de start van de WIA-uitkering;
  • De aanvraag voor een WIA-uitkering aan het einde van de wachttijd, na 104 weken arbeidsongeschiktheid, is afgewezen. In de afwijzingsbrief staat dat de no-riskpolis geldt in een nieuw dienstverband. Dit kan een nieuw dienstverband bij een nieuwe werkgever zijn. Of een nieuw dienstverband bij de oude werkgever. Het nieuwe dienstverband moet binnen 5 jaar na de afwijzing van de WIA-aanvraag starten. De no-riskpolis geldt als de werknemer ziek wordt binnen 5 jaar na de start van dit nieuwe dienstverband.

Hoe weet je of de no-risk van toepassing is bij een medewerker?

Of een medewerker wel of niet onder de no-risk regeling valt, kan niet telefonisch nagevraagd worden bij het UWV. Het is op 2 manieren te achterhalen:

  • De werkgever vraagt het na bij de medewerker. De medewerker heeft een brief van UWV ontvangen waarin staat dat hij/zijn onder de no-risk regeling valt;
  • Heeft de medewerker de brief niet meer of is er een andere reden waarom de medewerker deze informatie niet kan geven, dan kan de werkgever het opvragen bij het UWV. Dit kan alleen met een machtiging ingevuld door de medewerker met daarbij een kopie van het ID-bewijs van de medewerker.

Hoe lang geldt de no-riskpolis? 

De no-riskpolis geldt maximaal 5 jaar. In bijzondere gevallen kan de no-riskpolis verlengd worden met nog eens 5 jaar. Dit is het geval als de medewerker al een ernstige ziekte had:

  • bij het begin van het dienstverband, óf;
  • bij het begin van de WIA-uitkering terwijl het dienstverband doorliep.

Het gaat hier om een zeer ernstige ziekte waarbij volgens de arts van UWV binnen enkele jaren langdurige uitval moet worden verwacht.

Als de medewerker aan een van onderstaande situaties voldoet, is een verlenging aanvragen niet nodig. De no-risk geldt dan zolang de medewerker werkt. 

  • een Wajong-uitkering heeft (gehad);
  • een WSW-indicatie heeft;
  • beschut werkt;
  • werkt met een ziekte of handicap (banenafspraak).