5 vragen over de registratie CO₂-uitstoot van medewerkers
Op 1 juli 2024 treedt het Besluit CO₂ - reductie werkgebonden personenmobiliteit in werking. De verplichtingen in deze regeling komen voort uit het Klimaatakkoord, waarin afspraken staan over het terugdringen van de CO₂ - uitstoot.
Wat houdt de regeling werkgebonden personenmobiliteit in?
In het Klimaatakkoord is afgesproken om broeikasgassen in het verkeer (CO₂ - uitstoot) te verminderen. Eén van de afspraken is dat werkgevers met 100 of meer medewerkers hun jaarlijkse CO₂ - uitstoot verminderen zodat die in 2030 in totaal met minimaal 1,5 megaton is verminderd.
Het ministerie van Infrastructuur en Waterstaat (IenW) wil daarom bekijken hoeveel CO₂ het zakelijk verkeer en het woon-werkverkeer van medewerkers uitstoot. Er is gekozen voor een gezamenlijk CO₂ - uitstoot plafond. De komende jaren wordt gekeken of de CO₂ - uitstoot door werkgebonden personenmobiliteit van alle werkgevers met 100 of meer medewerkers onder dat plafond blijft. De gegevens die worden verkregen door de rapportageverplichting bieden daarvoor de basis. In 2026 vindt een evaluatie plaats. Als dan blijkt dat de CO₂ - uitstoot niet onder het plafond is gebleven, zal alsnog in de regelgeving een maximum CO₂ - uitstoot per reizigerskilometer worden opgenomen.
De registratieplicht en bijbehorende rapportageplicht zijn jaarlijks terugkerende plichten. Werkgevers moeten uiterlijk op 30 juni van elk jaar rapporteren over het werkgerelateerde reisverkeer van hun medewerkers in het voorgaande kalenderjaar.
Voor wie gelden de verplichtingen uit het Besluit werkgebonden personenmobiliteit?
De verplichtingen gelden voor werkgevers die op 1 januari van het kalenderjaar waarover zij rapporteren 100 of meer medewerkers in dienst hebben. Met medewerker wordt bedoeld: de persoon met een arbeidsovereenkomst of publiekrechtelijke aanstelling, die minstens 20 uur per maand betaalde arbeid moet verrichten volgens zijn arbeidsovereenkomst of aanstelling. Dit betekent dat bijvoorbeeld oproepkrachten met een nulurencontract, vrijwilligers, zzp’ers en ingeleende krachten (uitzendkrachten of gedetacheerden) niet meetellen. Werkgevers met minder dan 100 medewerkers mogen vrijwillig gegevens indienen.
Waarover moet je rapporteren?
Werkgevers moeten rapporteren over het woon-werkverkeer en alle zakelijke ritten waarvoor de medewerker een financiële vergoeding ontvangt of waarvoor aan de medewerker een vervoermiddel ter beschikking is gesteld. Het gaat dus om reizen met een leaseauto of bedrijfsauto, maar ook om reizen met de eigen auto, scooter, motor of (brom)fiets als de medewerker voor die reizen een financiële vergoeding krijgt. Verder geldt de registratieplicht ook voor reizen die de medewerker met het openbaar vervoer aflegt en die de werkgever vergoedt (bijvoorbeeld bij gebruik van een NS businesscard of declaraties van treinkaartjes). Werkgevers moeten het aantal reizigerskilometers voor woon-werkverkeer en zakelijke mobiliteit, de gebruikte vervoermiddelen en het brandstoftype voor bromfiets, scooter of motorvoertuig rapporteren. De werkgever hoeft daarbij niet op medewerkersniveau te rapporteren, maar mag verslag leggen van de totalen van de gehele organisatie (alle medewerkers en locaties tezamen).
Moet je de CO₂ - uitstoot zelf berekenen?
Werkgevers hoeven de CO₂ - uitstoot niet zelf te berekenen. Voor de rapportage en berekening komt een digitaal platform via de Rijksdienst voor Ondernemend Nederland (RVO).
Vanaf wanneer moet je rapporteren?
De regelgeving gaat op 1 juli 2024 in. Werkgevers mogen er voor kiezen om op 1 januari 2024 al met de rapportage te starten. Uiterlijk op 30 juni 2025 moeten werkgevers rapporteren over kalenderjaar 2024.
Via ons HRM kennisplatform RAP houden we je op de hoogte van het belangrijkste HR nieuws in jouw sector, en helpen we je ook direct met de doorvertaling binnen jullie organisatie.