Overgangsrecht voor uitruilregeling vervalt per 1 januari 2022
Net zoals het overgangsrecht voor reiskosten vervalt per 1 januari 2022, geldt dit ook voor het overgangsrecht van de uitruilregeling. Het blijft mogelijk om op basis van de regels voor een vaste reiskostenvergoeding uit te ruilen. Thuiswerkdagen mogen daarbij niet meer aangemerkt worden als reisdagen. Als een werknemer voldoet aan de 128-dagen regeling dan mag uitgeruild worden op basis van 214 dagen. Ook hier geldt dat de 128-dagen naar rato moet worden toegepast van het aantal reisdagen.
Vanaf 2022 is het ook mogelijk om uit te ruilen voor een thuiswerkvergoeding. Hiervoor gelden dezelfde regels met betrekking tot de 128-dagenregeling zoals in het artikel Voorwaarden voor een vaste reiskostenvergoeding in 2022 is beschreven.
Uiteraard blijft het ook mogelijk om uit te ruilen op declaratiebasis voor de werkelijk gereisde dagen en/of de werkelijk thuisgewerkte dagen.
Keuzemoment
Werkgevers bepalen het keuzemoment voor uitruil. Dit keuzemoment is het moment waarop werknemers bepalen dat ze willen uitruilen. Sommige organisaties werken met een keuzemoment aan het begin van de arbeidsovereenkomst. De keuze van een werknemer staat vast totdat er iets anders wordt gekozen. Andere organisaties bepalen dat het keuzemoment ligt aan het begin van het kalenderjaar. En weer een ander deel heeft het keuzemoment aan het eind van het jaar. Al deze mogelijkheden zijn toegestaan. Wel leidt een jaarlijkse keuze tot meer administratief werk. En kan, zoals we gezien hebben in 2021 met de introductie van het overgangsrecht, een keuze in de loop van het jaar gevolgen hebben voor de manier waarop vergoed en uitgeruild wordt.