Overgangsrecht vaste reiskostenvergoeding eindigt per 1 januari 2022
Met ingang van 2022 eindigt het overgangsrecht met betrekking tot vaste reiskostenvergoeding. Tegelijkertijd wordt een nieuwe gerichte vrijstelling voor thuiswerken geïntroduceerd. Dit heeft tot gevolg dat werkgevers voor 2022 na moeten denken over het uitbetalen van een vaste reiskostenvergoeding in relatie tot thuiswerken.
Werkgever en werknemer hebben de mogelijkheid om onder bepaalde voorwaarden een vaste reiskostenvergoeding af te spreken. Een groot deel van de werknemers in Nederland werkte in 2020 en 2021 thuis vanwege de coronacrisis. Daardoor werd er in veel gevallen niet meer voldaan aan de voorwaarden voor een vaste reiskostenvergoeding. Het stop zetten van de vaste reiskostenvergoeding was op een gegeven moment hiervan het gevolg.
Het overgangsrecht
De Staatssecretaris van Financiën vond dit niet wenselijk. Daarom is overgangsrecht bedacht. Hiermee kunnen werkgevers de vaste reiskostenvergoeding ongewijzigd doorbetalen ondanks het thuiswerken. De thuiswerkdagen worden aangemerkt als reisdagen. De voorwaarde hiervoor is dat een medewerker vóór 13 maart 2020 een onvoorwaardelijk recht heeft op deze vaste reiskostenvergoeding.
Dit overgangsrecht leidde tot een verschil in belonen van werknemers. De groep werknemers die al vóór 13 maart 2020 een vaste vergoeding had, kon deze fiscaal gezien blijven ontvangen. Voor de groep werknemers die pas vanaf 13 maart 2020 een vergoeding kreeg, lag dit anders. Zij voldeden meestal niet aan de voorwaarden voor een vaste kostenvergoeding door het thuiswerken.
Organisaties zijn heel verschillend omgegaan met deze situatie. Sommige betaalden voor beide groepen een vaste reiskostenvergoeding, waarbij achteraf is bepaald of de vergoeding bovenmatig was. Andere organisaties kozen voor een splitsing waarbij de ene groep een vaste vergoeding kreeg en de andere groep reiskosten moest declareren. En weer andere kozen op een gegeven moment voor declaratie voor de gehele groep medewerkers.
Opnieuw beoordelen
Met ingang van 1 januari 2022 vervalt het overgangsrecht. Dit betekent dat werkgevers opnieuw moeten beoordelen of het mogelijk en gewenst is om een vaste reiskostenvergoeding te betalen. Werkgevers moeten bepalen of hun werknemers in 2022 voldoen aan de voorwaarden voor een vaste reiskostenvergoeding. Thuiswerkdagen mogen daarbij niet meer aangemerkt worden als reisdagen.
Of een medewerker voldoet aan de voorwaarden is sterk afhankelijk van hoe de coronacrisis zich ontwikkelt. Als een medewerker in 2022 een groot deel thuis werkt dan is een vaste vergoeding niet mogelijk. In dat geval kan een werkgever ervoor kiezen om in 2022 te starten met het vergoeden van reiskosten op declaratiebasis. Als in de loop van 2022 duidelijk wordt hoe de crisis zich ontwikkelt, is het op enig moment mogelijk te kiezen voor een vaste reiskostenvergoeding.
Lees meer over de voorwaarden in het artikel Voorwaarden voor een vaste reiskostenvergoeding in 2022’.