Het pensioenakkoord
Doordat we in Nederland steeds ouder worden, stijgen ook de pensioenkosten. Ook veranderen we regelmatig van baan. Tijd voor een pensioenstelsel dat hierop aansluit. Het kabinet heeft, in samenwerking met werknemers- en werkgeversorganisaties, nieuwe afspraken gemaakt over pensioenen en de AOW: Het pensioenakkoord. In dit artikel nemen we je mee in de belangrijkste wijzigingen.
De afspraak om de AOW leeftijd minder snel te laten stijgen is een tegemoetkoming aan de eisen van de vakbonden. Deze wijziging gaat al in per 01-01-2020.
Jaar | De AOW-leeftijd was | De AOW-leeftijd wordt |
---|---|---|
2019 | 66 jaar en 4 maanden | 66 jaar en 4 maanden |
2020 | 66 jaar en 8 maanden | 66 jaar en 4 maanden |
2021 | 67 jaar | 66 jaar en 4 maanden |
2022 | 67 jaar en 3 maanden | 66 jaar en 7 maanden |
2023 | 67 jaar en 3 maanden | 66 jaar en 10 maanden |
2024 | 67 jaar en 3 maanden | 67 jaar |
Jaar | AOW-leeftijd | Betreft personen geboren |
---|---|---|
2020 | 66 + 4 maanden | na 31 augustus 1953 en voor 1 september 1954 |
2021 | 66 + 4 maanden | na 31 augustus 1954 en voor 1 september 1955 |
2022 | 66 + 7 maanden | na 31 augustus 1955 en voor 1 juni 1956 |
2023 | 66 + 10 maanden | na 31 mei 1956 en voor 1 maart 1957 |
2024 | 67 jaar | na 28 februari en voor 1 januari 1958 |
Na 2024 stijgt de AOW leeftijd met 8 maanden in plaats van 1 jaar, zoals eerder bepaald was.
Pensioenafspraken zware beroepen
Volgens het kabinet, moet iedereen moet op een gezonde manier zijn pensioen kunnen halen. Dit geldt dus ook voor de werknemers met een zwaar beroep. Zij kunnen zich in de toekomst omscholen naar een lichter beroep of eerder stoppen met werken door bijvoorbeeld extra verlof in te zetten. Werkgevers kunnen een uitkering voor vervroegd pensioen aanbieden. Hiervoor wordt de regeling vervroegd uittreden (RVU) versoepeld. Omdat het lastig te bepalen is wat precies aangemerkt wordt als zwaar beroep, laat het kabinet dit over aan werkgever en werknemer.
Flexibeler en persoonlijker pensioenstelsel
Pensioenfondsen mogen de pensioenuitkeringen bij economisch goede of slechte tijden aanpassen. Hierdoor is het bijvoorbeeld mogelijk pensioenkortingen door te voeren in economisch slechtere tijden. Daarnaast krijgt iedereen in de toekomst de mogelijkheid om een deel van het totaal opgebouwde pensioen op te nemen op de pensioeningangsdatum. Het op te nemen bedrag is maximaal 10% van het totaal opgebouwde pensioenbedrag. Er zijn straks twee soorten pensioenregelingen waaruit werkgevers en werknemers kunnen kiezen:
- Een persoonlijke pensioenregeling; hiermee bouw je in het werkende leven een persoonlijk vermogen op.
- Collectieve pensioenregeling; in deze regeling bouw je pensioen op in een gezamenlijk vermogen met extra deling van de risico’s.
De uitkeringen vinden beiden plaats vanuit een collectief.
Compensatie transitie doorsneesystematiek
De overstap naar het nieuwe pensioenstelsel zorgt voor meer toekomstbestendigheid, maar kan ook als gevolg hebben dat werknemers die nu pensioen opbouwen een slechter pensioenperspectief krijgen. Dat ligt aan de huidige pensioenregeling en de leeftijdscategorie. Het kabinet denkt samen met sociale partners na over mogelijke oplossingen hiervoor.
Ingangsdatum nieuwe pensioenregels
Het pensioenakkoord is gesloten. Er moet nu een wetsvoorstel worden gemaakt om de pensioenwet aan te gaan passen. Om de nieuwe wet in te laten gaan moeten de Eerste en Tweede Kamer hiermee instemmen. De verwachting is dat de nieuwe pensioenwetgeving gaat gelden per 01-01-2022. De aanpassingen in de AOW gaan al in per 01-01-2020.