Heeft de LIO recht op het wettelijk minimumloon?
Ghufran werkt sinds twee maanden als LIO bij jou op school. Ze klopt bij je aan en stelt jou schoorvoetend de vraag: “Heb ik als LIO eigenlijk geen recht op het wettelijk minimumloon?” Nee, natuurlijk niet, denk je. Zo staat het toch ook niet in de cao?! Toch heeft Ghufran wel een punt. Tenminste: als je het ons van RAP vraagt. Op basis van de Cao Primair Onderwijs krijgen LIO’s namelijk een beloning die soms onder het wettelijk minimum(jeugd)loon (hierna: Wml) ligt. Wil je weten hoe het zit, en wat je als werkgever moet doen? Je leest het hieronder.
Wat doet de LIO?
De LIO is een student die in opleiding is tot leraar. De term wordt op scholen in het primair onderwijs voor twee situaties gebruikt: de LIO-stagiair die werkervaring opdoet bij de organisatie en “meekijkt” óf de LIO-werknemer die een leerarbeidsovereenkomst heeft met de organisatie en ook zelfstandig voor de klas staat. We doelen in dit artikel op die laatste situatie. Voor een stagiair gaat de Wet minimumloon en minimumvakantiebijslag (Wml) namelijk niet op. De stagiair heeft geen recht op loon en werkt ook niet op basis van een arbeidsovereenkomst. Soms krijgt de stagiair wel een stagevergoeding, maar dat is niet hetzelfde als loon.
De leraar in opleiding in het laatste jaar van de studie kan op basis van de cao een arbeidsovereenkomst krijgen. Dit is een ‘leerarbeidsovereenkomst'[1]. Het dienstverband van de LIO bestaat voor de helft uit werken bij de organisatie en voor de andere helft uit studiegerichte taken. Het werk- en leeraandeel moet 50/50 verdeeld zijn [2]. De cao zegt dat de LIO-functie is bedoeld om het beroep van leraar onder de knie te krijgen, door onderwijs te geven en volwaardig mee te draaien op een school. De LIO maakt in samenspraak met de school waar hij werkt een leerwerkplan en wordt in dat kader ook persoonlijk begeleid en beoordeeld.
Op basis van de cao krijgt de LIO een salaris dat gelijk is aan de helft van het bedrag uit de lerarenschaal LB of LC, trede 1. Dit bedrag ligt vaak lager dan het wettelijk minimum(jeugd)loon, afhankelijk van de leeftijd van de LIO. Dus vroegen wij ons af: valt de leerarbeidsovereenkomst van de LIO onder de Wml?
Geldt de Wml ook voor LIO’s?
De Wml is van toepassing op personen die werken in een dienstbetrekking. Oftewel: werknemers met een arbeidsovereenkomst [3]. Tenzij er bij algemene maatregel van bestuur is bepaald dat de arbeidsverhouding niet onder het begrip ‘dienstbetrekking’ valt. Voor de leerarbeidsovereenkomst van de LIO is geen uitzondering gemaakt.
En dan nu de hamvraag: is de LIO-overeenkomst een arbeidsovereenkomst? Om te beginnen duidt de cao deze overeenkomst aan als leerarbeidsovereenkomst. Met de nadruk op arbeidsovereenkomst. Daarnaast draait de LIO volledig mee in het organisatieproces én werkt de LIO zelfstandig in leraarstaken. Bovendien horen we in de praktijk regelmatig dat de LIO vrijwel volledig als zelfstandige leerkracht werkt binnen de organisatie, mede door het lerarentekort. Dit is een groot verschil met een stage, waar de stagiair niet zelfstandig voor de klas mag staan en het leerdoel overduidelijk voorop staat.
Waarom bestaat er dan discussie?
Toch vinden sommigen dat voor de LIO met een leerarbeidsovereenkomst het leren centraal staat. Zo ook de werkgeversvereniging. Dat is moeilijk uit te leggen. Hoewel de LIO-overeenkomst ook is bedoeld om te leren, toch voert dit niet de boventoon. De cao benoemt niet voor niets dat het leer- en werkaandeel 50/50 verdeeld is. Werken is dus net zo belangrijk als leren. “Leren voorop” gaat daarom niet op.
Een sterker argument is dat de LIO ook salaris ontvangt over de uren die hij besteedt aan zijn studie. De LIO wordt dus óók betaald om te studeren. Dit kan rechtvaardigen dat je de LIO beloont op basis van de cao, ook al komt dit bedrag onder het wettelijk minimumloon.
Desondanks lost dit het grootste bezwaar om de LIO te belonen met het salaris uit de cao niet op. De Wml is namelijk dwingend recht, waar je niet bij cao van mag afwijken. En de cao kwalificeert de leerwerkplaats van de LIO nu eenmaal als leerarbeidsovereenkomst. Daardoor werkt de LIO toch echt in een dienstbetrekking en is de Wml ook op hem van toepassing.
Dus wat moet je nu doen?
Veel werkgevers volgen blindelings de cao. Dat is ook begrijpelijk, aangezien de cao-tekst helder is en de werkgeversvereniging dit ondersteunt. Juridisch gezien is dit, naar onze mening, niet juist. Dus terug naar het voorbeeld van Ghufran: ligt het minimumloon voor haar hoger dan het cao-loon? Dan moet je Ghufran belonen met het wettelijk minimumloon.
----
[1] Artikel 3.23 lid 2 Cao Primair Onderwijs.
[2] Artikel 3.23 lid 6 Cao Primair Onderwijs.
[3] Artikel 2.1 Wet minimumloon en minimumvakantiebijslag.